Voor het volgende bruiloftsfeest had ik dit keer maanden de tijd om een stof en patroon te zoeken. Maar ijverig besloot ik nu eens niet tot het laatste moment te wachten. Een half jaar voor de grote dag stond ik al met het patroon in mijn handen en met wilde ideeën in mijn hoofd, bij mijn favoriete kraampje op de lappenmarkt, op ‘drie-keer-struikelafstand’ van mijn huis. De marktman zag mijn gedraal bij zijn kraam en hielp me uit de brand. Samen kozen we een klassieke geweven stof. Lekker stevig en jaren 60; goed passend bij het patroon en bij mijn bruine ogen (dat laatste was zijn inbreng ☺).
Een paar maanden na mijn marktbezoek ging ik enthousiast aan de slag met mijn moeder. ’s Avonds ging ik naar huis met een naaipakketje. Ik hoefde alleen nog de bovenkant aan de onderkant vast te naaien. En nog iets met de mouwen en de onderkant zou ik omzomen. Dat moest vast lukken. Maar eenmaal thuis zakte de moed me in de schoenen: ‘Wat moest nu ook alweer aan wat vast? En hoe moest dat met die mouw eigenlijk?’ Uit angst dat ik er in mijn eentje een rommeltje van zou maken, lag het arme pakketje vervolgens weer maanden in de kast. Pas toen ik mijn moeder inlichtte over de geringe voortgang met de jurk en de naderende bruiloft, werd het tijd om de handen uit de mouwen te steken. Het afwerken bleek toch nog een dag werk. De jurk was veel te groot en ook nog te lang. Wat was ik blij dat ik deze klus niet in mijn eentje hoefde te klaren.
Hoewel ik uiteindelijk twijfelde aan de jurk en de kleuren, was mijn moeders taak meer dan volbracht. Het enige dat ik nog moest doen was de styling. Zonder grote riem was het eigenlijk maar een raar ding. Het had overal plooien en de taille was nauwelijks te zien. Maar ook die styling stelde ik weer uit.
Op de valreep racete ik de ochtend voor de bruiloft als een malle door de stad. De tijd begon nu echt te dringen. Ik rende van de ene naar de andere winkel op zoek naar een gekleurde grote riem, die de matte stof wat zou doen opleven. Maar waar ik ook kwam: geen brede riemen. En al helemaal niet in een leuke kleur. ‘Help, wat nu? Toch maar weer terug naar de Bijenkorf?’ Het was gelukkig nog niet zo druk en een attente verkoopster besloot me te helpen met zoeken. Samen zochten we alle afdelingen af op zoek naar iets breeds en passends. Deze zoektocht leek haast nog moeilijker dan het vervaardigen van de jurk zelf. Uiteindelijk vonden we 2 items.
‘Zal ik de riemen even passen met de jurk erbij?’, vroeg ik. Zo stond ik even later in de Bijenkorf op de lingerie-afdeling, in mijn zelfgemaakte jurk en met een paar riemen. Samen met de behulpzame verkoopster besloot ik dat de brede witte riem er het beste bij paste. Er was alleen een probleem: hij had niet genoeg gaatjes en ik kon hem niet aansnoeren. Uitdaging twee bleek nog een half uur te duren: op zoek naar de afdeling met de gaatjestang. Van de ene naar de andere afdeling, verdieping omhoog, verdieping naar beneden, gingen we al haar collega’s langs. Maar niemand wist waar de gaatjestang was. Na werkelijk een half uur rondrennen, kwam de verlossing van de Ralph Lauren-man. Hij had de gaatjestang!!! ‘High five’! Haar doorzettingsvermogen had gewerkt, wat een lieverd! Haast emotioneel nam ik afscheid van deze gouden medewerkster.
Een half uur voordat we naar de bruiloft zouden vertrekken, kwam ik oververhit thuis. Ik zag de bezorgde blik in de ogen van Ruben (mijn man). ‘Schat, je weet dat we over een half uur in de auto moeten zitten?’ Ik had nog precies dertig minuten om mij in iets builoftswaardigs te transformeren. Normaal zou ik hier gigantisch onrustig van worden, maar na het doorstaan van alle voorgaande beproevingen, wist ik: dit wordt vast een eitje☺ .
Carina gaf zichzelf een jaar geleden de opdracht om voor elk trouwfeest van vrienden voor zichzelf een nieuwe creatie te naaien. Hierover blogt zij voor Knipmode, lees haar vorige blog hier terug.